Blog Archive
Leren van het Verenigd Koninkrijk in Brexit-tijden: naar een Nederlandse Wet op de EU?
De Brexit is een ingewikkelder traject gebleken dan wellicht vooraf voorzien. Kink in de kabel voor de Britse regering is de recente beslissing van de High Court. Dit rechterlijk college besliste dat de regering toestemming nodig heeft van het Britse parlement voor de melding van haar voornemen om uit de EU te stappen. Het nationale recht gaf de doorslag voor die beslissing. Het ging immers primair om de verhouding tussen de uitvoerende macht, de regering, en het parlement.
Read moreDe drie dimensies van affectieschade
In de literatuur op het gebied van het Nederlandse (privaatrechtelijke) personenschaderecht wordt er al jaren voor gepleit om vergoeding van affectieschade mogelijk te maken. Onder affectieschade wordt daar verstaan het immateriële nadeel (leed) dat een persoon lijdt doordat een persoon met wie hij een affectieve relatie onderhoudt ernstig letsel overkomt of overlijdt. Als dat nadeel het gevolg is van een onrechtmatige gedraging door een ander zou, stellen verschillende rechtswetenschappers, het privaatrecht moeten voorzien in een recht op vergoeding van dat nadeel. Een onderzoek door Akkermans e.a. heeft bovendien uitgewezen dat er onder naasten en nabestaanden een duidelijke behoefte aan vergoeding van affectieschade bestaat. In 2010 is een voorstel daartoe echter tot groot ongenoegen van verschillende academici, onder wie Lindenbergh en Rijnhout, in de Eerste Kamer gestrand. Met die afwijzing door de Eerste Kamer was (voor even) de hoop vervlogen dat vergoeding van affectieschade binnen afzienbare tijd mogelijk zou worden. Tot kort na de verwerping van het voorstel Wijnakker wees op verschillende uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, waaronder Bubbins t. Verenigd Koninkrijk, op grond waarvan de mogelijkheid tot vergoeding van affectieschade in elk geval zou moeten bestaan voor de situatie waarin de overheid als schadeveroorzaker in een zaak betrokken zou zijn. En die conclusie roept de vraag op of dan niet ook in de horizontale verhouding een recht op vergoeding van affectieschade zou moeten worden erkend. Een verschil in vergoedingsrechten naar type schadeveroorzaker zou aan de benadeelde moeilijk uit te leggen zijn. In een Ucall blog bepleitte ik dat de door het EHRM aangenomen verplichting, met behulp van een eerder door de Nederlandse rechter aangewende techniek, goed breder kan werken in de nationale rechtsorde. Wat hier van zij: pogingen om via de band van het EVRM vergoeding van affectieschade te verkrijgen, zijn tot op heden niet succesvol gebleken. Een nieuwe, derde weg, namelijk via het strafrecht is recent ingeslagen, na verloop van de implementatietermijn van richtlijn 2012/29/EU – de Richtlijn tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten (hierna: Richtlijn minimumnormen slachtoffers). Benadeelde partijen die zich ex artikel 51f Sv in het strafproces hebben gevoegd, hebben voor de stafrechter vergoeding van affectieschade gevorderd. De discussie over de vergoeding van affectieschade kent zo inmiddels drie dimensies: een privaatrechtelijke, een Europese (gebaseerd op het EVRM), en nu dus ook een gecombineerd Unie- en strafrechtelijke. Die laatste dimensie staat hierna centraal.
Read moreExport Control of Dogs to Israel: Dual-Use Items under EU Law
Samenwerking binnen het Rijk op losse schroeven?
Op 26 januari jl. kondigde Minister Asscher aan dat de Rijksschoonmakers aan de slag konden. Daar waar schoonmaakdiensten voorheen werden uitbesteed aan derde partijen heeft het Rijk in het Sociaal Akkoord uit 2013 vastgelegd dat schoonmakers weer ambtenaar moeten worden. De Rijksschoonmaakorganisatie (RSO) werd daarvoor opgericht en gaat de komende jaren bij de ministeries schoonmaken. De Minister lijkt echter de aanbestedingsregels uit het oog te zijn verloren, waardoor deze muis een Europees staartje kan krijgen.
Read moreMinister vergeet toezeggingen aan Tweede Kamer en de evaluatie van de Aanbestedingswet 2012
Voor de hoorzitting van de Tweede Kamer over de wetswijziging Aanbestedingswet en het MKB van 25 november jl. schreef ik een position paper met 10 aanbevelingen ter verbetering van de wet. Enkele van die aanbevelingen worden in deze blog toegelicht.
Op 29 oktober 2015 is het wetsvoorstel tot wijziging van de Aanbestedingswet 2012 aan de Tweede Kamer aangeboden, dat o.a. de implementatie van de nieuwe EU richtlijnen overheidsopdrachten en concessies uit 2014 beoogt.
Read moreThe long arm of EU law: EU animal welfare legislation extended to international road transport
The Court of Justice of the EU has recently rendered an important judgment that will please animal welfare activists, especially those concerned about the welfare of animals outside the EU. Less pleased will be road transporters and foreign nations.
In Zuchtvieh-Export GmbH v Stadt Kempten, Case C-424/13, 23 April 2015, the Court held that the application of an EU Regulation concerning the welfare of animals during transport does not limit itself to road transports within the EU. According to the Court, it also applies to such transports between an EU place of departure and a non-EU place of destination. This means that, in the case, a cattle transport leaving from Kempten in Germany and arriving in Uzbekistan had to comply with EU law also after crossing the external EU border, notably on the territory of the Russian Federation. The exporter will now have to ensure that after 14 hours of travel, a rest period of at least one hour should be organized, during which the animals must be given liquid and if necessary fed. Subsequently, the animals may be transported for a further period of up to 14 hours, at the end of which animals must be unloaded, fed and watered and be rested for at least 24 hours. These rules are far stricter than what the exporter had planned to enter into his journey log: he had planned only two rest periods, one upon crossing the external EU border and another in Kazakhstan. The journey between those points was expected to take 146 hours (entirely in accordance with local legislation).
Read more